Het verhaal van juffrouw Bolt
“Ik heb in de periode 1953 – 1970 gewerkt op de Rudolphstichting. Eerst als juffrouw op het jongenspaviljoen en na een jaar werd ik hoofd na het vertrek van het hoofd juffrouw Vroom. Tot 1965 heb ik op het jongenspaviljoen beneden gewerkt en later van 1965 tot1969 als hoofd op Clematis. Ik was de opvolgster van juffrouw Pathuis. Het was een mooie tijd, maar niet gemakkelijk. Je moet niet vergeten dat ik als jong onnozel meisje van 21 jaar daar begonnen ben.
Daarvoor werkte ik op het Pedologisch Instituut (P.I.) in Amsterdam en ik had het daar best naar mijn zin. Een jaar daarvoor was Mulder, hij was adjunct directeur bij het P.I., aangenomen als directeur op de Rudolphstichting. Ook een vriendin van mij werkte daar. Zodoende wist ik wat de Rudolphstichting voor instelling was. Het leek mij ook wel wat en toen heb ik gesolliciteerd. Eigenlijk was het geen sollicitatie, want ik kreeg de indruk dat ik al was aangenomen voordat ik er was. Ik vond het werken met jongeren mooi. Die sociale inslag heb ik van huis uit mee gekregen.
Lees meer over de tijd van juffrouw Bolt in de Glind in dit artikel 53- 70_ M.Bolt
pieter den exter zegt
Ik geloof dat ik u ken sls juffrouw mona. Zo ja dan heb. Ik uw afscheidsfeest meegemaakt. Ik kan mij nog flarden van het speciaal voor uw geschreven afscheidslied herinneren. Op de wijs toen onzr mop een mopje was. De titel was toen clematis zonder Mona was. U werd geroemd vanwege uw musicale talenten