In de eerste jaren dat ik op Clematis zat gingen we naar een vakantie boerderij. Waar dat precies was kan ik mij niet meer herinneren. Ik weet nog dat we een vakantieliedje zongen over oom Kees. Dat ging zo:
Thee en limonade alles lusten wij,
drop en chocolade, dikke rijstebrij.
We slapen in de stallen lekker in het stro.
We eten met ons allen uit het vuistje zo.
Oom kees, oom Kees.
Hij doet voor ons het meest,
elke morgen staat hij klaar.
Juffies kom, beginnen maar,
pak nu allemaal een mok,
dan krijgen jullie een slok
De mooiste vakanties waren de vakanties die we doorbrachten op de boot van Gideon van Balen, een broer van juffrouw van Balen. Die vakanties vond ik prachtig. De boot heette Willy. Ik zal ongeveer 12 jaar oud zijn geweest.
We gingen met de blauwe bus van de stichting naar Arnhem en daar stapten we op de boot. We sliepen in het ruim op strozakken. Dat was dolle pret. Als we ergens voor de wal lagen, mochten de wat oudere meisjes van boord. Daar hoorde ik niet bij, ik was nog te jong. Ik vond dat niet erg want ik vond het leven aan boord zo mooi. Vooral het varen. Je zag heel veel en kwam overal.
Wat ik mij kan herinneren van die vaarvakanties was dat ik het eerste jaar zeeziek werd toen we op het IJsselmeer voeren. Het was ruig weer en het waaide hard. Ik mocht ook vaak aan het roer staan. Ik kon het kennelijk goed want Gideon liet mij vaak alleen. Ik was best een beetje verliefd op hem, maar ja dat waren al die meiden. Het is jammer dat die vakanties maar een week duurden.
Els Stam
Geef een reactie