Toen wij met zijn vijven in 1968 in De Glind (toen nog de Rudolphstichting) kwamen wonen, werden mijn jongste broertje en ik in het gezin Van Doorn geplaatst. Vanaf 1969 heb ik in een pleeggezin in Hilversum gewoond en van 1974-1983 weer in De Glind. Toen ik in 1974 uit dat pleeggezin kwam, gebruikte ik de naam van die mensen. Daar had mijn grote zus problemen mee. Ze pakte me dan vast en zei: “Hoe heet jij?” en ik moest dan Simone Snijders zeggen, anders werd Conny boos. Ze vond het onbegrijpelijk dat ik mijn eigen achternaam niet gebruikte, maar ik wist niet eens wie Conny was en ook niet dat Snijders mijn echte achternaam was.
Vroeger zat de Donnerschool echt in een heel oud gebouw. Er was ook een winkel van Van Garderen met achterin een verstelateliertje. Daar werd ook handwerken gegeven en daar kon je ook je spullen naar toe brengen als er merkjes in je kleding genaaid moesten worden. Met zo’n lange rol erbij van jouw merkjes en een paar dagen later kon je dan je kleding gemerkt weer ophalen.
Kleren kopen, dat vond ik een ramp vroeger. Dan ging je naar C&A met de groepsleider en dan had je zo’n bonnetje met een doorslag, dan nam je de kopie mee terug, die moest je inleveren en de rekening werd later naar De Glind gestuurd. Op zo’n moment voelde je je echt een stichtingskind.
In De Glind was ik opstandig en liep constant weg. Pikpoten noemden we dat. En ondeugd uithalen onderweg naar school en schoppen tegen autoriteiten. Je bouwde met de ene groepsleider ook een andere band op dan met de andere. Ik herinner me nog dat ik een groepsleider een brief heb gestuurd met de vraag of hij mijn papa wou worden. Daar heeft hij het heel moeilijk mee gehad, vertelde hij later. Ook omdat het niet kon, maar hoe ga je dat zeggen tegen een kind?
Ik haalde dus veel kattenkwaad uit. Wij zijn bijvoorbeeld regelmatig ‘door muren heen gegaan’. Je had Cantharel, Clematis en Klimop. Wij ontdekten dat in de muur van de kelder in de Cantharel, waar de was opgeslagen werd, een groot gat zat. Als kind wil je weten wat er achter zit. Dus wij zijn daar op een gegeven moment ingegaan en kwamen in de spouwmuren terecht. Toen bleek dus dat wij voetje voor voetje schuifelend ongezien van Cantharel in Clematis konden komen. En boven kwamen we uit bij een of ander washok. De groepsleiding zat nietsvermoedend beneden. We klopten dan op deuren bij andere kinderen, gezellig op bezoek en daarna gingen we ook weer via die muren terug zodat je niet betrapt werd. Later heb ik dat eens aan een groepsleider verteld en die schrok ontzettend. Stel je voor dat we vast waren komen te zitten tussen die muren. En dan die jongen die in zijn kamer de vloer uit zijn kast had gesloopt en om de een of andere reden is gaan graven. Onder zijn kamer ontstond een complete hut. Daar zaten gewoon 4 of 5 kinderen in met een kaarsje. Doodeng als je er op terug kijkt. Ik geloof niet dat we toen straf hebben gehad, maar ze hebben dat gat wel dicht gemaakt natuurlijk.
Roken, nog zoiets. Dat mocht zodra je 14 werd. Maar ik rookte al veel eerder en werd ook regelmatig betrapt. Op een gegeven moment had de groepsleiding besloten dat ik als straf een vieze, dikke, vette sigaar moest oproken die ze op het hoofdgebouw hadden gehaald. Over m’n longen! Ziek geweest, niet te geloven. En de wc heb ik niet op tijd gehaald, de hele gang heb ik onder gekotst. De vloer, de muren. Ik geloof dat de leiding later met hun actie wel problemen heeft gehad. En roken…..dat doe ik nog steeds.
Simone Snijders
anita huybrehts zegt
We hebben ook ontzettend veel plezier gehad, met vakanties en sinterklaasviering met de nodige verkleedpartijtjes 🙂 en idd de nachtelijke wandelingen…..
Edwin Lucas zegt
Ik ken jou nog….Ik heb van 73 tot 75 bij jouw in de groep gezeten en wij hadden het best gezellig samen. Jouw zus woonde toen in Wilde Wingert (geloof ik).