“Vandaag heb ik een ontmoeting met Piet Sieling en Tilly Hoekstra, zijn echtgenote. De vader van Piet is de voor veel oud-bewoners bekende kok die in de jaren ‘50, ‘60 en ‘70 de scepter zwaaide in de centrale keuken en ons versteld deed staan van zijn kookkunsten. Nou ja, versteld deed staan is misschien wel wat sterk uitgedrukt, maar met het beschikbare budget maakte hij ervan wat mogelijk was.
Piet zijn moeder is bij velen bekend als tante Lenie de initiatiefneemster van de kinderboerderij. En Tilly? Tilly was groepsleidster op Klimop in de periode 1959-1961. Helaas kon tante Lenie, ze is inmiddels 95 jaar, niet bij dit interview aanwezig zijn. Haar geheugen is niet meer wat het was, maar dat van haar zoon Piet en haar schoondochter Tilly laat niets te wensen over. De mappen met foto’s en andere informatie komen op tafel en Piet en Tilly beginnen te vertellen.
Onze komst naar de Rudolphstichting
Piet: “Pa en ma verhuisden in 1954 vanuit Rotterdam naar de Rudolphstichting. Mijn vader ging daar werken als kok en, zoals gebruikelijk was in die tijd, als je daar ging wonen en werken dan kreeg je ook pleegkinderen in huis. Na de verhuizing van ons gezin naar de Rudolphstichting ben ik in Rotterdam gebleven bij een tante. Ik heb daar eerst de opleiding tot fijn instrumentmaker afgemaakt en pas daarna ben ik ook op de Rudolphstichting komen wonen. Ik was toen vijftien jaar. Na de LTS heb ik een baan gezocht en gevonden in Barneveld. Ik kwam bij een horlogemaker in de leer en ik ben mijn hele werkzame leven uurwerkreparateur en horlogemaker geweest.
In 1961 ben ik getrouwd met Tilly. Zij werkte als groepsleidster op Klimop. We hebben elkaar leren kennen via de jeugdvereniging ‘Sola Fide’. En van het een kwam het ander. Het voordeel van “eigen kind” zijn, was dat je overal mocht komen. Ook op de dameskamer van het paviljoen waar ze werkte. We hebben daar heel veel gezellige avonden doorgebracht. Mijn vader zwaaide de scepter in de keuken en hij wist bijna alles van iedereen. Die keuken was een geweldige bron van informatie voor iedereen. Hij tipte mij voor Tilly in de zin van: Er is weer een nieuwe leidster op Klimop. Het is een dochter van een dominee uit Den Haag. Omdat mijn vader foto’s van dominees spaarde vond hij haar wel een goede partij voor mij.
Eigenschappen van een groepsleidster: orde houden en inlevingsvermogen hebben!
Tilly: “Je merkte aan de kinderen in de groep van Klimop, dat ze graag in een pleeggezin wilden wonen. Dat was een soort promotie. Je woonde in een gezin en dat was net echt. Er waren ook kinderen in mijn groep die graag in pleeggezin wilden bij de familie Sieling. Dat was top. Eén van de eigenschappen die je als groepsleidster moest hebben in mijn tijd was dat je orde kon houden en dat je inlevingsvermogen had. Dat waren twee belangrijke eigenschappen. Wat ook nog bestond was de isoleercel. Als je bijvoorbeeld was weggelopen (pikpoten) dan kwam je in de isoleercel terecht. Ik weet niet of je het echt een isoleercel kunt noemen, maar het was een kamertje waar je werd afgezonderd.
Piet en Tilly kijken samen terug op hun tijd én die van pa en ma Sieling bij de Rudolphstichting. Lees hier het hele verhaal van de familie Sieling.
Els Stam zegt
mijn broers zijn jaren in pleeggezin geweest bij de fam Sieling , Cor , Henk en Wim Stam , de foto,s zijn leuk die van de toneel club helemaal , Tante Kiny Stoffelsen ( mijn pleegmoeder) vooraan links op de grond
cristien gol-sieling zegt
dag Els, leuk met Wim hebben John en ik heel lang samen gespeeld en opgegroeid, hij is het langste bij ons gebleven. ik heb nog lang Kerstkaartjes gestuurd, ook mijn moeder ineens hield het op,ik heb me wel afgevraagd waarom. hoe is het met Wim weet je dat? we hebben echt een geweldige tijd gehad met Wim erbij.
groetjes cristien
Els Stam zegt
sorry christien, lees net je reactie , beetje laat he
met Wim gaat het heel goed , heeft 4 dochters allemaal volwassen en woond in Epe ,veel contact hebben we niet , denk omdat we niet samen opgegroeid zijn dat is heel jammer .
groetjes Els Stam
Rob Kuik zegt
Hallo
Ik werkte als jongen regelmatig bij Piet in de keuken. Het was er gezellig. Ik moest vaak de grote pannen afspoelen etc. Regelmatig kreeg ik als dank een pakje sigaretten. Zo had ik altijd wel te roken.