Hoe het kan gaan
Ik heb samen met Marijke, mijn vrouw vanaf 1976 tot 1995 hier in De Glind gewoond. Voor ons huwelijk was Marijke groepsleidster geweest in een kinderhuis te Rotterdam. Eigenlijk wilde ze helemaal niet trouwen, want in die tijd kreeg je ontslag als je ging trouwen. Maar toen we twee jaar getrouwd waren en één prachtige dochter rijker, las Marijke een advertentie in het blad ‘Ouders van Nu’ van de Rudolphstichting. In deze advertentie werden pleegouders gevraagd. Op onze vraag naar wat meer inlichtingen kregen we de toenmalige directeur en een maatschappelijk werkster op bezoek. Aan het eind van het bezoek meldde de directeur dat wat hen beiden betrof, wij aangenomen waren als pleegouders. Wij sputterden nog tegen omdat wij slechts informatie wilden. Het ging om een vrijwilligersbaan, dus zonder salaris. Toch wisten we dat we gezinshuisouders wilden worden. Omdat we ons huis in Haarlem hadden verkocht konden wij een hele tijd leven. Ik studeerde part-time theologie en was achtervang voor mijn vrouw. Na mijn studie bleek het werk niet voor het oprapen, maar op de dag dat het geld op was kregen wij bericht van het hoofdgebouw dat een van ons beiden in loondienst kwam. Dat was iets waar we niet om hadden gevraagd, maar we waren er blij mee. We hadden eerst vijf opgenomen kinderen en later werd de norm verlaagd en waren het er vier. We kregen zelf ook nog een kind erbij, dus we hadden best een groot gezin. Naast het gezin was ik actief in de kerk van De Glind en gaf ik godsdienstles op een middelbare school. Al met al was het een hectische periode maar we hebben deze geen van beiden ooit willen missen.
In de kerkdeur van De Glind
Ik ben voorganger in Waddinxveen geweest. Daartoe heb ik hier in De Glind de eerste stappen gezet. Zo’n tien jaar geleden kwam ik hier eens terug omdat er een vriend ging trouwen. In de gemeente waar ik werkte kende ik een oude dame die hier geboren is. Ze was 94 jaar dus al van vóórdat de Rudolphstichting bestond. De boel is ooit failliet gegaan en toen moesten veel mensen weg. Zij is daarop met haar ouders verhuisd naar Waddinxveen waar ik werkte. Toen ik haar eens opzocht vertelde zij: “Ik ben geboren in De Glind.” Ik zei: “Nou dat is wel een tijd geleden dat u daar woonde.” Waarop ze zei: ”Ik zou er wel eens naar terug willen.” En uitgerekend op de dag dat ik hier voor die bruiloft kwam, zag ik een mevrouw in de deuropening van de kerk staan. En u raadt het al, het was die dame uit Waddinxveen die door een neef en nicht hier rondgereden werd. Dat was toch wel bijzonder dat zij op hetzelfde moment als ik hier in die deuropening van de kerk stond. Ik ben er dan zelf wel de aanstichter van geweest die gezegd heeft: “Je zou eens een keer terug moeten gaan.” Maar op dat moment! Zij konden haar toenmalige huis niet terugvinden. Ik kende echter wel iemand die dat kon weten. Dus vroeg ik aan Gerrit, de koster van de kerk, waar haar familie had gewoond. En Gerrit wist inderdaad waar zij gewoond hadden. Waarop we die plek bezocht hebben. Het huis was inmiddels opnieuw opgetrokken en daardoor niet meer te herkennen van de foto’s die zij ons liet zien. Maar die dame heeft de dag van haar leven gehad omdat ze de plek teruggezien had waar zij geboren was. Later werd ze dement, maar die ontmoeting in de deuropening van De Glind is in onze latere ontmoetingen altijd het herkenningspunt gebleven.
Ger Martini
Een klein portret
Tijdens de reünie van 11 oktober zijn er diverse ‘kleine portretten’ gemaakt. Ger vertelde ook zijn verhaal.
Geef een reactie