Het was op een warme dag, iedereen zocht verkoeling in het zwembad van de Rudolphstichting, een dag om nooit meer te vergeten. Mijn zusje en ik konden goed zwemmen en in het onder water zwemmen waren wij heel goed getraind. Elke keer als ik in het zwembad kwam, gooide ik steentjes in het duik gat om deze dan weer trots op te duiken. Ik vond dat ik dat heel geweldig deed tot dat het mis ging. Mijn zusje was even niet in de buurt.
Na het rapen van mijn steentjes, duwde ik mijzelf weer omhoog, maar er spong net iemand van de duikplank op mijn hoofd. Ik schrok, maar deed een nieuwe poging. Weer kwam er iemand op mijn hoofd zodat ik weer niet omhoog kon komen. Nu toch wel paniekerig, zwom ik met mijn laatste adem naar de kant, ik zou er bijna zijn, was het niet dat ik weer iets tegen mijn hoofd aan kreeg.
Ik kwam niet boven. Maar dat maakte opeens niet meer uit, alles werd heel licht, alles was goed. Ik vocht niet meer en kon mij helemaal ontspannen in het licht. Opeens voelde ik een stekende pijn in mij arm, ik werd uit het water getrokken.
Ik werd helemaal in de verwarring op de kant gezet en daarna bij het water weggetrokken. De jongen Peter Beck, 14 jaar, heeft mijn leven gered. Hij sprak mij, ook 14 jaar, streng toe ”Voortaan voorzichtig he?’. ‘En ik, met een schorre stem, zei ‘Ja, bedankt”. Misschien heeft hij dat toen niet gehoord. Peter, BEDANKT!
Riny Boll
Juuth zegt
Wat een mooi stukje, dankjewel voor het delen. En gefeliciteerd met je leven ;).