Op 23 januari jl. ontvingen twee gezinshuizen in De Glind het certificaat van Keurmerk Gezinshuizen. Een ervan is die van het gezin Moeleker. Namens de gemeente Barneveld reikte wethouder van Daalen de certificaten aan de gezinshuisouders uit. Toeval of niet! Op 26 januari 2015 hebben we een gesprek met Willem Moeleker op Postweg 51 in De Glind. Hij en zijn vrouw Orpa zijn hier sinds anderhalf jaar gezinshuisouders. Ze zijn zelfstandige ondernemers. Voor ons is dit een bijzonder gesprek om minstens twee redenen. Wij hebben in de jaren ’60 allebei in dit huis gewoond, waren verliefd en zijn hier verloofd. Mijn ouders die toen pleegouders waren, zouden heel vreemd hebben opgekeken van het begrip zelfstandig ondernemer. Wij kijken enigszins vreemd op van het huis. We zijn verwonderd over de grootte, of beter gezegd de ‘kleinheid’ ervan. Toch gek, er is een stukje aangebouwd en wij waren toen tussen de zestien en achttien jaar, dus net zo groot als nu. Herinneringen, ze doen soms vreemde dingen met mensen.
We laten verder Willem aan het woord, zijn vrouw Orpa is niet aanwezig.
Kennismaking
“We wonen hier met zijn negenen, we hebben zelf twee kinderen van zes en acht jaar en we hebben vijf pleegkinderen, een meisje van dertien jaar, een jongen en een meisje van vijftien jaar en een jongen en een meisje van zeventien jaar. Alle kinderen moeten een eigen kamer hebben, dus dat is een beetje passen en meten, maar het kan net. We hadden de keus tussen een groter, maar in onze ogen ongezelliger huis en dit kleine, maar fijne huis met een grote tuin. We hebben bewust voor pubers gekozen. Het is prettig dat de leeftijden van onze kinderen en de pleegkinderen zo uiteenlopen en ik vind het werken met pubers echt leuk. Je kunt al veel zaken met ze bespreken, hen op dingen aanspreken en voorbereiden op een zelfstandig leven. We noemen onze kinderen trouwens geen pleegkinderen, maar gezinshuiskinderen. Er is een verschil tussen pleegzorg en gezinshuiszorg. Als zelfstandig ondernemer met een franchisecontract met gezinshuis.com en andere zorginstellingen die de kinderen plaatsen, heb je zelf meer de regie in handen en dat vinden wij heel prettig. We bepalen nu de plaatsing zelf, vroeger hadden we wel een stem in het kapittel, maar besliste uiteindelijk de zorginstelling. Nu kunnen we op ons eigen gevoel afgaan of een nieuw kind in ons gezin past.
Start
Al op 23 jarige leeftijd dachten mijn vrouw en ik na over het hebben van een pleeggezin. Mijn vrouw heeft eerst de opleiding MBO Sociaal Pedagogisch Werk gedaan en later de HBO opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Ze is gezinsvoogd geweest bij de jeugdreclassering, maar ze vond het werk te theoretisch en dat begon te wringen. Ik heb met verstandelijk gehandicapten gewerkt, maar ik kon daar zelf niet zoveel toevoegen. De regels lagen vast. Ik heb ook nog een tijdje bij de politie gewerkt, ik heb de opleiding twee jaar gevolgd. Mijn gezin zag ik echter bijna nooit en het echte werk begon soms pas als mijn dienst er op zat. We kregen twee kinderen, we woonden in Rijswijk en we wilden onze kinderen niet opvoeden in de drukte en hectiek van de Randstad. Een collega van mijn vrouw attendeerde ons op een gezinsgroep in Hoenderloo. We kwamen daar in loondienst. Dat was een mooie ervaring, maar we hadden niet de hele regie in handen. We vinden bijvoorbeeld goede voeding heel belangrijk. We kregen daar vijf euro per dag per kind voor voeding. Dat vinden wij te weinig. Met twintig cent per dag per kind meer, kun je net die extra dingen als voldoende verse groenten en fruit kopen. Dat kan ik nu zelf bepalen. Wel was de Hoenderloo ervaring een goede leerschool voor ons. Het was een heftige tijd. We kregen in drie jaar tijd 22 kinderen. We hebben daar ontdekt dat we het konden, maar we hebben ook geleerd dat het in ons eigen gezinnetje van vier goed moet zitten. We hebben zorg voor onze eigen kinderen. De valkuilen zijn: Of de eigen kinderen schreeuwen om aandacht. Of ze cijferen zich weg. Daar moet je als gezinshuisouders goed op letten. Even op adem komen met ons eigen gezin vinden we daarom heel belangrijk. Om de drie weken hebben we een weekend met zijn vieren. Drie van onze gezinshuiskinderen kunnen dan naar hun eigen netwerk, voor de andere kinderen vinden we ook altijd een goed plekje. Voor we hier kwamen hebben we een soort van rare psychologische test gedaan. De test Vonk. Daar komen sterke en zwakke punten uit. Bij ons kwam daar uit, dat we allebei slecht zijn in ruzie maken, in conflicten, maar als er echt iets is, probeer ik dat conflict even maximaal te hebben om daarna weer te gaan bouwen. Kennelijk volstond dat, want we zijn aangenomen!
[…] het hele interview met gezinshuisouder Willem Moeleker op de site 100 jaar jeugddorp de […]