“Ik kwam als pleegkind bij de familie Tolkamp, een boerengezin, wonende op de Boshuisweg. Het waren mensen met het hart op de juiste plaats. We hebben onze twee kinderen naar hen vernoemd, omdat ze voor ons hele gezin tot hun dood toe veel voor ons betekend hebben!
In hun gezin waren zeven eigen kinderen en nog twee pleegkinderen. Een daarvan heette Kees, net zoals ik, daarom noemden ze mij Cor. Dat was wennen en inmiddels heet ik natuurlijk al lang weer Kees, behalve voor de Tolkampjes, voor hen blijf ik Cor.
Erbij horen
Ik heb een goede tijd bij de familie Tolkamp gehad. Dat wil niet zeggen dat ik het altijd als prettig heb ervaren. Je voelt en ziet toch dat er een verschil is tussen eigen en pleegkinderen. In mijn beleving moest je als pleegkind je eigen plek verdienen. Toch hoorden we er helemaal bij en hadden we vaak veel plezier samen. Ik kan mij nog herinneren dat ik vaak met Henk, Johan en Wim, de eigen zonen van de familie Tolkamp, aan het klooien was met racen op de fiets op de Ringlaan en dat Johan vaak uit de bocht vloog.
Of die keer in 1963 toen er zoveel sneeuw lag dat we met z’n allen lange tijd aan het graven zijn geweest om vanaf de Boshuisweg de Ringlaan te bereiken. Daar lag niet zoveel sneeuw en dan konden we daar de melkbussen kwijt die werden opgehaald. We waren zo druk bezig met sneeuwruimen, dat we opeens de jongste van de Tolkampjes, Dirk, kwijt waren. Er brak paniek uit want iedereen dacht dat we hem onder de sneeuw hadden geschept. Dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Dirk was in een sloot langs de weg in de sneeuw weggezakt.
School
De klusjes en het werk op de boerderij waren voor ons, de pleegkinderen. De eigen kinderen waren vaak vrijgesteld, want voor hen was huiswerk maken het belangrijkste. Zelf zat ik in die tijd op de J.H. Donnerschool (De Donder Op school). Dicht bij de grote kachel aan een tafel. Vooral in de winter was dat een mooi plekje. Daarna moest ik naar de technische school, maar daar voelde ik niets voor. Ik zou dan die school af moeten maken, voordat ik de stichting mocht verlaten. Dat leek me erg lang. Als ik ging werken, mocht ik eerder weg.”
Bovenstaand is een fragment uit een langer interview met Kees van der Made.
’60-KvdMade
margreet bouwman-lasseur zegt
Zeer herkenbaar. De familie Tolkamp was onze naaste buur, in het laatste huis aan de doodlopende Boshuisweg. Moeder Tolkamp was voor mij een ’tweede moeder’, een broodnodige moeder binnen handbereik. Altijd beschikbaar voor een kop koffie en een praatje, hoe druk ze ook was met het grote (pleeg-)gezin. Toen onze jongste geboren werd – dat moest persé in het ziekenhuis gebeuren – bleef drie weken lang hun achterdeur van het slot. Inderdaad hebben we hartje winter, in het holst van de nacht, heel stilletjes onze twee kinderen daar in bed kunnen stoppen. Juist toen we zouden vertrekken kwam Buurman Tolkamp de trap af, in pyjama, met een wollen das om, onvergetelijk.
Joke Tolkamp zegt
Beste Kees,
Je hebt een mooi verhaal geplaatst. Ik weet nog goed dat je bij ons woonde en dat we het gezellig hadden, veel buiten speelden en klusjes moesten doen(ik vooral met Johnny van het Hof).
De foto zit ook in mijn plakboek. Een mooie herinnering.
Heel bijzonder vind ik dat jullie je beide zoons naar mijn ouders hebt vernoemd.
Wat geweldig dat je nu opa bent.
Het ga je goed, samen met Wil!!
Liefs,
Joke
Marion (Marjo) Stam zegt
Hallo Kees!
Wat een mooi verhaal van je en geweldig om te weten dat jij je kinderen naar hen hebt vernoemd. De foto van de familie Tolkamp brengt weer heel veel fijne herinneringen naar boven. Allereerst heb ik weer een beeld van mijn vriendinnetje Rieky, Joke en Dirkje, ook jullie gezichten zijn weer heel bekend.
Rieky en ik speelden veel samen en ik mocht vaak bij haar logeren in het “opkamertje” , toen we wat ouder werden ook boven, ik weet nog dat ik daar een nachtmerrie had van de gevaarlijke hond die aan een lange ketting lag bij een boerderij aan de grote ringlaan, ik ben toen van jullie trap gevallen en heb daarbij de leuning finaal doormidden gebroken.
Buurvrouw Tolkamp was ontzettend lief voor me en ik heb vaak gewenst dat zij mijn moeder was. We hebben ook eens de beer van Dirkje geopereerd d.w.z. alle kapok eruit gehaald, we kregen dit nooit meer terug gestopt in het naadje en hebben toen van schrik alles maar onder het zand verstopt, toen kregen we straf en moesten nadenken in het hok.
Dirkje was vaker de pineut. We mochten mee boodschappen doen in het dorp. Met trekker en open aanhangwagen. Op de terugweg waren Rieky, Joke en ik zo in een spel verdiept dat we niet hebben gemerkt dat Dirkje uit de wagen was gevallen. Buurman Tolkamp heeft de trekker afgekoppeld en is vol angst de weg terug gereden. Na een lange tijd kwam de trekker weerom, met een triomfantelijke en ongedeerde Dirkje zittend bij zijn vader op schoot, hij heeft Dirkje niet meer losgelaten tot we thuis waren.
De hoge sneeuwmuren aan weerskanten van de weg staan nog in mijn geheugen gegrift. Het heeft ook wel eens tot bijna aan de Ringlaan blank gestaan van de regen, toen konden we ook bijna een week niet naar school, weet jij dat nog?
Jullie speelden ook wel eens met ons. Herinner me een dag dat we in twee groepen werden gedeeld. Er moest worden gevangen genomen en bevrijd. Ik lag met handen en voeten op mijn rug gebonden ergens in ’t veld bij de kippenhokken. Bij het avondeten werd ik pas gemist en na een lange zoektocht vond buurman Tolkamp mij ’s avonds en heeft me naar huis gedragen, ik was toen een jaar of zes/zeven. Ben benieuwd of jij je dit nog kunt herinneren.
Jullie waren ook erg bedreven in het melkbus schieten met carbid, sommige doppen kwamen naar mijn idee tot halverwege de Boshuisweg! Ik herinner mij jullie ook werkend op het land en wij spelend tussen de schoven, dan kwam buurvrouw Tolkamp met heerlijke boterhammen met spek en drinken, zo’n warme zomerdag waarbij jullie het hooi op de wagen tosten en wij later weer huisjes bouwden in de hooiberg.
Er komen zoveel herinneringen boven ; de lange keukentafel, de sofa in de kamer, met de buurman mee eieren halen uit de kippenhokken, polsstok – of schotsje springen in de sloten. Zo jammer dat na onze verhuizing naar de Schonebekerweg wij ook elkaar uit het oog verloren. Ik draag de familie Tolkamp een heel warm hart toe en denk met plezier aan jullie terug.
Het ga je goed!
Mar.
C.A .M. zegt
Ik heb ook bij tolkamp gewoont en het was gewoon kut .met zijn klote kerk en alles.
Jannie Koops- Mulder. zegt
Ik heb van 1952 tot 1956 ook bij de Fam Tolkamp gewoond. Ze waren als echte ouders voor mij. Later kwam ik met mijn man en twee zonen heel vaak op bezoek en met vakanties logeerden wij ook vaak in het Boshuis. Mijn pleegouders en ook hun kinderen kwamen ook bij ons te logeren. Het contact is gebleven ook toen ze in Barneveld woonden . Nu ze niet meer leven is er noch altijd contact met de kinderen Tolkamp. Ze zijn mijn familie.