Kinderen en ouders zijn niet los van elkaar te zien.
Idealen zijn schitterend, maar idealisme is een doodlopend spoor. Toeval bestaat niet. Toeval is een orde in de schepping die we nog niet kennen en leidt tot de kracht van verwondering. Wensen worden werkelijkheid. Dat zijn levenswijsheden van mij waar ik mij door laat leiden. Er is er nog ėėn die ik minstens zo belangrijk vind. Kinderen en ouders zijn niet los van elkaar te zien. Dit denken heb ik altijd centraal gesteld in mijn handelen binnen de jeugdzorg. Dat heeft ook wel botsingen opgeleverd met mijn stafmedewerkers. Het is niet alleen het kind waar we mee te maken hebben. We horen steeds dat jeugdzorg niet deugt. Dat klopt niet. In de jeugdzorg worden altijd beslissingen genomen die niet leuk zijn. Het uit huis plaatsen blijft een moeilijke zaak, maar soms kan het niet anders. De samenleving weet daar geen raad mee. Dat kinderen zich tegen ouders keren is een misvatting. Ze zijn loyaal en ver idealiseren het thuisbeeld. Wij zijn ervoor om die kinderen te helpen, maar ook de relatie met de ouders is belangrijk. Kinderen mogen best zeggen dat hun ouders het verkeerd hebben gedaan, maar ze moeten wel respect hebben voor hun ouders. Wij moeten kijken wat er verkeerd is gegaan en samen met de ouders werken aan herstel. Echt, je kunt kind en ouder niet los van elkaar zien. Misschien een voorbeeld om dit duidelijk te maken:
Het hoogte- en dieptepunt in mijn periode in De Glind is een verhaal van de twee broertjes Harold en Arjan. Beide jongens zijn bij ‘moedertje’ Krol geplaatst. Als er geen plaats meer was voor opvang in het jeugddorp dan konden we altijd nog bij Geert en Liesbeth Krol terecht; een boerenpleeggezin afkomstig uit Friesland. Daar was altijd plaats. Eigenlijk was Liesbeth Krol te oud toen ze met haar man werd aangenomen. Liesbeth Krol was geen 40 jaar zoals ze tijdens het sollicitatiegesprek zei, maar 50. Dat was een leugentje om bestwil. Ze wilde zo graag pleegouder worden. We hebben er later als directie nooit ook maar een seconde spijt van gehad. Ze woonden eerst op de Boshuisweg en later op de Ringlaan. Liesbeth bleek een rasechte moeder en manager te zijn voor haar gezin. In de periode 1968 tot en met 1983 hebben ze de zorg op zich genomen van in totaal 35 pleegkinderen, waaronder Harold en Arjan. Eerst verongelukte Harold door een foutieve oversteek manoeuvre en later, toen ze al met pensioen waren en in Barneveld woonden, kwam ook Arjan om het leven door een noodlottig verkeersongeval. De vader van de kinderen, een huursoldaat en naar men zei vuurwapengevaarlijk, was door het dolle heen. Wij kenden hem als Dutch. Ondanks zijn eigen verdriet zei hij tegen de pleegmoeder van Harold: “Moedertje gaat het wel?”
Dat de man zijn plannen tot straffen van de daders niet tot uitvoer bracht, is te danken aan de relatie die ik met deze man had opgebouwd. Het gaat om vertrouwen en in gesprek blijven. Het probleem is niet opgelost bij de uithuisplaatsing. Wij als professionals zijn ondersteunend naar kind en ouder. Niet meer, maar ook niet minder, dan dat.
Constant Goede DZN, oud directeur van De Rudolphstichting 1973 – 1999
Het was een mooie, zware en spannende tijd, lees hier het hele verhaal van Constant Goede
Fokko Witteveen zegt
Met bijzondere belangstelling heb ik het verhaal van Constant Goede gelezen omdat hij mijn directeur was in de periode dat ik ook in dienst was van het Jeugddorp De Glind (1979-1985) . Onbegrijpelijk voor mij is het feit hoe een voormalig directeur zich op dergelijke wijze kan uitlaten over zijn voorganger, dhr. Mulder. Wat er ook van waar geweest mag zijn: een heer van stand zou hier geen nadere mededelingen over doen. Als kind heb ik de fam. Mulder wel van nabij meegemaakt omdat ik bevriend was met twee zonen. (zij hebben als directeursgezin al die jaren in het dorp gewoond). Uit de verhalen van mijn vader en wat ikzelf heb mogen ervaren kan ik zeggen dat RAC Mulder als directeur van enorme betekenis is geweest voor het Jeugddorp De Glind en dat hij leiding heeft gegeven aan de transformatie van inrichting c.q. gesticht naar een kindvriendelijk dorp. De man was authentiek, eigenzinnig maar ook origineel en had een groot hart voor kinderen in de knel. Op het werk wat Mulder heeft neergezet kon Constant Goede voortbouwen. Zelf ben ik inmiddels vele jaren directeur/bestuurder van een jeugdzorginstelling en ik kan stellen dat naast mijn vader dhr. Mulder voor mij altijd een inspiratiebron is geweest.
Jan Markus zegt
Interessant verhaal. Wel bijzonder dat in het verhaal nergens te lezen is dat dhr. Krijger tussen dhr. Mulder en dhr. Goede directeur geweest is. Samen met mijn tweelingbroer heb ik in zijn gezin twee bijzonder goede jaren gehad waar ik met dankbaarheid op terugkijk. Misschien was het gedwongen afscheid wel één van de pijnlijkste momenten van mijn leven. In die zin is voor mij moeilijk te begrijpen dat zijn periode verzwegen wordt, ik ga er van uit dat hij qua inzet en betrokkenheid alles gedaan heeft om het goede te doen voor de stichting, niet anders dan thuis.
Jaap Krediet zegt
Een wel erg late reactie. Ik zie je bericht nu pas en ik hoop dat mijn bericht jou bereikt. Wij hebben inmiddels zijn vrouw geïnterviewd en zijn meneer Krijger niet vergeten. Zou je contact met mij willen opnemen via mijn emailadres: jaap@jaapkrediet.nl. tel 06-17320082. Haar verhaal komt so wie so in het boek gedeeld verleden.