Georgetta en Jeffrey Lehmann wonen in een kast van een huis: een villa uit het begin van de vorige eeuw met hoge kamers en mozaïekvloeren. Hun zoon (8) en dochter (12) hebben ieder hun eigen kamer, net als hun acht pleegkinderen, die 9 tot 17 jaar oud zijn.
Ze hadden al eerder hun oog op dit dorp laten vallen, vertelt Georgetta aan de keukentafel in haar ruime woonkeuken. Ruim een jaar geleden verhuisden ze van Zuid-Limburg naar hier, en het bevalt opperbest. De zorg voor de stoet pleegkinderen is een fulltime-baan, waarvoor ze allebei een salaris krijgen. Het huis is een leuk extraatje.
De Glind telt ongeveer 700 inwoners en is groen en ruim opgezet. Het lijkt een gewoon dorp en dat is het officieel ook: dat heeft de burgemeester van Barneveld persoonlijk geregeld bij de Raad van State, midden jaren tachtig. Maar het is allerminst een doorsneedorp. Veel buren van het echtpaar Lehmann hebben eveneens pleegkinderen onder hun hoede, per gezin vier tot acht.
Deze unieke woonwerkgemeenschap bestaat al zo’n negentig jaar en is voor een groot deel gericht op de zorg voor jonge kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen wonen. Bijvoorbeeld omdat hun vader of moeder verslaafd is, of de kinderen zelf psychische problemen hebben.
Georgetta Lehmann (41) geniet van het leven en werken in dit dorp. “De kinderen komen veelal uit sociaal zwakke milieus. Hier bloeien ze op. Ze hebben soms jaren op friet geleefd. Je ziet ze genieten van een bord aardappelen, groente en vlees, en weer rechtop naar school lopen als ze nieuwe kleren krijgen.”
Tot voor kort was nog voor 120 kinderen een ‘bed’ in het dorp. Dat aantal is al teruggebracht naar 90, om plaats te maken voor zogeheten ambulante zorg, zoals dagopvang: dat is nu eenmaal de trend in de jeugdzorg. “De zorg moet tegenwoordig zo licht mogelijk, en zo dicht bij huis mogelijk worden aangeboden”, verklaart directeur Henk Reimert van de Stichting Bredervoort, die voor een groot deel van de jeugdzorg in het dorp verantwoordelijk is. Daarnaast moet De Glind bedden inleveren omdat de jeugdzorg sinds de jaren negentig niet meer landelijk werkt, maar provinciaal. Uiteindelijk blijven er in de pleeggezinnen en leefgroepen nog maar 45 verblijfplaatsen over.
Vraag is nu wat er met het dorp moet gebeuren. Reimert en directeur Gerard de Jong van de Rudolphstichting -de eigenaar van de meeste gebouwen in het dorp- hebben daarover zo hun opvattingen. Zij willen voorkomen dat het dorp ten prooi valt aan projectontwikkelaars en individuele huizenkopers met veel geld, die alleen maar op de mooie woonomgeving afkomen. “Onze ambitie is om een zorgdorp te blijven”, stelt De Jong. “We zijn nu aan het bezien of dat haalbaar is.”
Het onderzoeksinstituut Alterra van Wageningen Universiteit heeft daarbij geholpen. Vandaag presenteren de onderzoekers hun bevindingen aan de gemeente Barneveld en de provincie. De Glind blijft in hun scenario een plaats waar kinderen die tussen wal en schip vallen, een veilige plek wordt geboden. Zij zien een scala van voorzieningen voor zich: aanleunwoningen, zorgboerderijen, logeerhuizen en heuse zorglandgoederen. Naast de tijdelijke bewoners moeten er ook meer vaste bewoners komen, zoals startende gezinnen en werknemers van zorginstellingen in De Glind. De agrarische omgeving, denken zij, biedt mogelijkheden voor ‘leerwerktrajecten’ voor jongeren.
Van Georgetta en Jeffrey Lehmann mag het aantal zorgvoorzieningen juist wel wat omlaag. “Ik vind het hier eigenlijk te veilig”, zegt Jeffrey. “De kinderen mogen wel wat meer van de maatschappij zien.” Hun eigen kinderen en sommige van hun pleegkinderen gaan wel buiten het dorp naar school, naar het vmbo- of speciaal onderwijs.
“Er is geen winkel, geen station, niets”, vult Georgetta aan. “Wel veel sociale controle. Als een kind iets uitspookt, gaat hier al snel de telefoon.”
Bron: Trouw
Geschreven door: Wybo Algra
Geef een reactie