Het boek in mijn boekenkast dat mij altijd doet denken aan de Rudolphstichting en bij mij de meeste emoties oproept, is het boek “Reis door de Nacht” van Anne de Vries. Het is vast niet het beste boek ooit geschreven, maar voor mij staat het symbool voor het deel van mijn leven dat zich op de stichting heeft afgespeeld. Tijdens de kerstdagen van 1962 was ik ziek en moest op het jongenspaviljoen blijven. In die periode kreeg ik een pakketje waar dit boek in zat. Het is stuk gelezen en de rug is er vanaf maar het is nog altijd een kostbaar bezit. Het was voor mij een bijzondere ervaring om zomaar van wildvreemde mensen iets te krijgen. Ik heb nooit geweten van wie het cadeau afkomstig was en de gevers zullen nooit hebben geweten wat dit voor mij heeft betekend. In die tijd had ik totaal geen vertrouwen in mensen maar door dit cadeau werd dat vertrouwen enigszins hersteld.
Ik was 12 jaar, een jochie nog, toen ik in 1961 op de stichting kwam. Een deel van mijn jeugd heb ik hier doorgebracht. Eerst op het jongenspaviljoen beneden en later, na een mislukte plaatsing bij een werk/pleeggezin in Groningen, op het jongenspaviljoen boven voor oudere jongens. Nog later in een pleeggezin op de Rudolphstichting, waar ik mijn vrouw heb leren kennen; Rieke Visser, de oudste dochter des huizes. Na het overlijden van mijn ouders moest ik ergens heen en omdat ik onder de voogdij van de Rudolphstichting was geplaatst, werd dat de Rudolphstichting. Verlaten door mijn familie en absoluut geen vertrouwen in mensen; in de steek gelaten. Zo voelde dat. Het heeft lang geduurd voordat dit vertrouwen was hersteld en ik begreep dat mijn familie op dat moment niet voor mij kon zorgen.
Heb ik mij vreemd gedragen in die tijd? In de ogen van mijn opvoeders, vast. Ze begrepen me absoluut niet. Een jochie dat constant weg liep (pikpoten in stichtingstaal) , helemaal niet voor rede vatbaar was en van school werd getrapt. Er was geen land met mij te bezeilen. Alleen met mijn verdriet te midden van al die andere jongetjes die met hun eigen sores bezig waren. Toen ik weer eens voor een psychologische test bij de directeur was en hij mij vroeg “Wat wil je later worden”, zei ik “Piloot”. Zijn antwoord liet niets te raden over: “op de mestplank zeker”. Op dat moment kon ik die man wel dood kijken. Het is maar goed dat mijn latere pleeg-/schoonmoeder daar iets andere gedachten over had en mij in haar gezin opnam, ondanks de waarschuwing om het niet te doen.
Het boek ‘Reis door de Nacht’ bestaat uit vier delen: De duisternis in, De storm steekt op, Ochtendgloren en de Nieuwe dag. Ik denk dat deze titels mijn leven tussen mijn elfde en twintigste jaar aardig symboliseren. Achteraf besef ik als geen ander dat in die tijd mijn opvoeders gewanhoopt hebben of het met dat jochie wel goed zou komen. Gelukkig waren er mensen op de stichting die in mij zijn blijven geloven en mij de tijd gaven om tot mijzelf te komen.
Ik zou dan ook tegen alle opvoeders, betaald of onbetaald, willen zeggen: heb aandacht voor het kind en neem de tijd. Beschadigd vertrouwen heeft tijd nodig om te herstellen. Dat kan niet in een dag, niet in een maand en ook niet in een jaar.
Jaap Krediet
Tinka (Maas) Kelly zegt
In begin jaren 80 woonde ik op De Glind, ook toen was het woord pikpoten nog steeds actueel.
Het stond toen voor stiekem ’s nachts even weg gaan, meestal met meerdere groepjes uit verschillende groepshuizen.
Heel wat nachtjes hebben we stiekem rondgelopen op de Ringlaan om daarna vervolgens via het enge kerkhof over het hek van het zwembad te klimmen om een nachtelijke duik te maken. Geloof me dat kerkhof is ’s nacht heel erg eng, we hebben ook verschillende geesten ontdekt of in ieder geval dat dachten we.
Of we gingen stiekem schaatsen of ook wel koetje rijden… Stiekem de wei in om dan vervolgens te proberen op een koe te gaan zitten.
Daarna weer stiekem terug naar je groep en alsof er niks aan de hand was weer lekker je bed in, en ’s morgens aan de ontbijt tafel lekker giegelen. En op school in de pauze opscheppen over wat je die nacht gedaan had.
Els Stam zegt
Dat is een heel verschil dan met mijn tijd, toen zat er oppas en hadden we geen kamers maar slaapzalen, de wacht had een kamertje tussen de zalen in met een schuifluikje hahaha. Pikpoten deden we wel, maar dat was dan weglopen, en proberen dat je niet gepakt werd,
maar dat werden we natuurlijk wel.
june van der zee zegt
Ja Els dat was in onze tijd heel anders. De nacht wacht in het kamertje tussen de slaapzalen in.als je gepakt was kon je in de cel komen,bij wildewingert.
weet je nog Els.pikpoten deed je niet gauw.
Groeten van June van der Zee
Sylvia van Donk zegt
Pikpoten, ja daar hebben mijn broer Frank en ik ook vaak aan gedacht. Maar dat was veel later, toen we alweer bij onze moeder woonden. Ik herinner me dat we de eerste dag “thuis” allebei op de grond hartverscheurend lagen te huilen en riepen dat we gingen pikpoten. We wilden maar 1 ding en dat was: terug naar Clematis. Zo is dat heel lang gebleven. In onze beleving was het alleen daar veilig. Ik woon al vele jaren op Bonaire maar in 1996 ben ik tijdens een Nederland bezoek terug gegaan naar Clematis. Het voelde als thuiskomen…..
Jaap Boersma zegt
Pikpoten: Je kreeg in fiets van de Stichting om er o.a. mee naar school te gaan in Barneveld, een zogeheten “doortrapper” hetgeen inhield dat het een fiets was zonder remmen. Op die fiets “pikpote” ik om een uur of elf vanaf het schoolplein richting mijn “thuis” in Den Haag. Uren heb ik getrapt, ook in het donker en donker was het want het was winter en de fiets ontbeerde niet alleen remmen maar hij was ook niet uitgerust met verlichting. Alle moeite was overigens voor niets want twee dagen later was ik weer terug op de Glind waar ik te horen kreeg dat mijn “pleegouders” (Jan en Afien Boertje) geen zin meer in mij hadden dus ik moest na er twee jaar te hebben verbleven terug naar het “JP” (voor oudere jongens) en als ik nou iets verschrikkelijk vond….. Wat zou ik nog veel kunnen verhalen over die paar jaar als “stichtingsjood” zoals we werden genoemd door een deel der veel Barneveldse jeugd werden, met name op de Christelijke Lagere Ambachtschool aldaar!