Van alle markten thuis
Ik ben allround medewerker in De Glind, van alle markten thuis. Medewerker financiën is een van mijn taken en mijn andere taak is projectmedewerker. In mijn beginperiode waren we met zijn drieën, Gerard de Jong, een secretaresse en ik en nu zijn we met ongeveer dertien personen. Er is een vaste kern die blijft en daar omheen zijn veel projectmedewerkers die iedere keer voor twee/drie jaar werken, dat vind ik wel leuk. Ieder project vraagt weer een andere projectmedewerker. Dan komt die en dan komt deze en dan gaan ze weer, maar de vaste kern blijft wel de kern van de Rudolphstichting. We hebben verschillende projecten gehad: het opzetten van het kinderhospice, daar ben ik niet zo zeer als projectmedewerker mee verbonden geweest, maar daar heb ik wel veel fondsenwerving voor gedaan.
Een boodschap voor de toekomst
Ik ben wel projectleider geweest van De Wijde Mantel. Een woonvorm voor gezinnen met een gehandicapt kind. Daar wonen zes gezinnen met daaraan gekoppeld zes zorgappartementen. Daar hebben wij als Rudolphstichting de ontwikkelperiode voor gedaan: het samen met andere partijen opgezet. Daarna hebben we het gebouwd, (onroerend goed is een andere poot van ons), losgelaten en is het een aparte stichting geworden. Maar ook dat is in het kader van gezinsvormen een vorm waarvan wij als Rudolphstichting vinden dat het past bij ons. Kijk zo’n opzet van het Wijde Mantelproject, daarvoor moet je je wel verdiepen in de gehandicaptenzorg, weten waar behoefte aan is. En dat was opvang van gehandicapte kinderen in de nabijheid en onder regie van het gezin. Deze bewoners huren een zorgappartement naast hun ouders. Ze huren het dus apart. De enige voorwaarde is dat er een zorgrelatie is tussen mensen die in het gezinshuis wonen en mensen die in het zorgappartement wonen en dat hoeft niet biologisch te zijn. Het kunnen ook twee tantes zijn die voor een neefje zorgen, dat maakt niet uit.
Ik ben ook projectleider geweest van de Glindster. Dat gebouw wordt nu multifunctioneel gebruikt. Het was een oud dorpshuis, dat is toen met partijen die daar behoefte aan hadden uitgebreid. Gymzalen erbij, kantoren erbij, vergaderzalen erbij. We hebben ook een heel traject gehad met de gemeente, bewoners, de Donnerschool en met Intermetzo, (de jeugdzorgorganisatie in De Glind), over de vraag waar de behoefte ligt om het zo te maken dat iedereen er wat aan heeft. Ook dat is uiteindelijk een bouwproject geworden natuurlijk, maar voordat je gaat bouwen moet je eerst weten hoe je wilt bouwen en wat je wilt bouwen. Dat is heel boeiend, de aannemer ging ook nog failliet, dus we hebben er veel mee meegemaakt. Op dit moment ben ik degene die naast de financiën alles over het onroerend goed doet. Niet alleen onderhoud, maar ook verhuren en ook zaken die in het dorp spelen, zoals bewonersoverleg, vrijetijdsbestedings voorzieningen etc. Ik heb in die dertien jaar veel verschillende banen gehad zeg ik altijd. En het is zo leuk dat er in sommige projecten zo’n zichtbare bouwcomponent zit. Het hoogtepunt van de bouw van De Wijde Mantel, was voor mij ook een hoogtepunt. Op de een of andere manier vind ik dat toch ook heel leuk. Dat alle voorbereidende inspanningen zo’n tastbaar, zichtbaar resultaat hebben. Bij de viering van het hoogste punt van de bouw ben ik met de initiatiefnemer op een kruipdoor- sluipdoor steiger gegaan en in de gevel hebben we een fles ingebouwd. Met een boodschap voor de toekomst, flessenpost. Daar zijn toen tekeningen in de fles gestopt, gemaakt door de toekomstige bewoners. Dat doen we overal waar we bouwen. In de Glindster is ook een fles met een USB- stickje ,met een boodschap ingebouwd.
Ik vind het zo fantastisch wat gezinshuisouders doen
Van huis uit ben ik maatschappelijk werkster en in mijn vrije tijd ben ik ook netwerkgezin. Kijk, je hebt gezinshuizen in De Glind en gezinshuizen buiten De Glind . Gezinshuizen hebben vaak behoefte aan toch eens een steungezin dat in het weekend of in de vakantie het gezin kan ontlasten. Dat gezin nemen wij dan gewoon over. De gezinshuisouders gaan dan een paar dagen weg of op vakantie en dan gaan mijn man en ik daar in dat huis oppassen of de kinderen komen bij ons logeren. We doen dat alweer een jaar of vijf, soms komen ze bij ons, soms gaan wij daar heen en ze logeren ook wel eens alle vier bij ons. We zijn dus ook heel bekend met de kinderen. Dat is wel heel leuk hoor. Het is maar net wanneer het daar nodig is. Het is ook een keer gebeurd dat het gezin opbelde dat ze verschrikkelijk omhoog zaten omdat ze ’s avonds ergens naar toe moesten en dat wij er dan heen gingen om de kinderen naar bed te brengen. Dat gebeurt dan eens een enkele keer, maar meestal plannen we het. Zeker in de vakanties, want die zijn voor een gezinshuis wel heftig hoor. Al die kinderen bij elkaar. Dus ik heb wel wat met de gezinshuizen hoor. Ik vind het wel mooi. Het is een vast gezin dat goed bij ons matcht. En dat moet ook echt wel, want je dringt verschrikkelijk in, in het gezinsleven van zo’n gezinshuis. Je zit in alle kasten, je slaapt in hun bed, het moet dus wel een beetje met elkaar matchen. En dat doet het op de één of andere manier bij hen. En ik vind het zo fantastisch wat gezinshuisouders doen. Daar word ik gewoon helemaal warm van.
Janneke Kuipers
Een klein portret
Tijdens de reünie van 11 oktober zijn er diverse ‘kleine portretten’ gemaakt. Janneke heeft ook op die dag haar verhaal verteld.