In december 1916 wordt de gereformeerde kerk van De Glind/Achterveld opgericht. De gemeente is dan samengesteld uit medewerker(st)ers van het opvoedingsdorp ‘De Glindhorst’. Zij zijn verplicht, met de bij hen geplaatste kinderen, de kerk te bezoeken en actief een bijdrage te leveren aan de (kerkelijke) gemeenschap. Bovendien behoren omwonenden en gereformeerden uit de buurgemeente Achterveld tot de gemeenteleden. Mensen komen uit alle windstreken van het land, hebben kerkelijk heel verschillende achtergronden en vormen zo in wezen een voorloper van wat we nu een oecumenische gemeenschap noemen. De predikant is niet alleen in dienst van de gereformeerde kerk, maar ook van de jeugdzorg, de Rudolphstichting. De kerkelijke gemeente heeft dan de status van ‘zendingskerk’. ‘Omdat’, zo beschrijft dominee Jellema in de jaren ‘80, ‘de meeste jongens en meisjes, die tijdelijk in het jeugddorp wonen weinig of geen kennis hebben van het Evangelie en geen band met een kerk. De meesten komen uit gezinnen, die ervan vervreemd zijn. Vandaar de bijzondere opdracht van heel de gemeente naar de kinderen toe.’[1]
Het collectebusje op de schoorsteen
Na een woelige begintijd vindt op 22 december 1927 de oprichtingsvergadering plaats van De Vereniging tot Verzorging van Kinderen ‘De Rudolphstichting’, die op 30 december van dat jaar ook koninklijk wordt goedgekeurd. Sindsdien is het werk van de stichting een stuk binnenlands diaconaal werk van de gereformeerde kerken. Bij vele gereformeerden staat jarenlang een collectebusje voor de Rudolphstichting op de schoorsteenmantel en jaarlijks wordt er voor gecollecteerd in de kerken. Naast de opvang in groepshuizen (paviljoens) wordt met name de opvang in ‘gezinshuizen’ gepropageerd en gestimuleerd. Gezinnen uit het hele land krijgen hier woon/werkruimte (boerderijen, later woonhuizen) aangeboden op voorwaarde dat ze voor de stichting kinderen opnemen in hun gezin. Zo ontstaat langzamerhand een dorpsgemeenschap in en rond het jeugddorp, zoals De Glind vanaf 1977 genoemd werd.
Veranderingen in de jeugdzorg en in de Rudolphstichting
Zoals ontwikkelingen in de politiek en de maatschappij begin 20e eeuw aan de wieg stonden van het diaconale jeugdwerk, zo luidden ze later in die eeuw grote veranderingen in, die een nieuw soort organisatie en gemeenschap voortbrachten. Langzaam maar zeker trekt de overheid taken naar zich toe, c.q. onttrekt zij taken aan de kerken. Ook in de jeugdzorg is sprake van professionalisering en secularisatie op meso en functie niveau. Tot 1994 is de Rudolphstichting in De Glind één van de aanbieders en uitvoerders van die zorg en zo ondersteunen de gereformeerde diaconieën direct de jeugdzorg hier. Na 1994 verandert dat. De organisatie wordt opgesplitst: De uitvoering van de jeugdzorg in het dorp gaat naar een andere organisatie (Bredervoort-Lsg-Rentray-Joozt- en sinds kort Intermetzo – want in de jeugdzorg is niets blijvend). De Rudolphstichting richt zich vanaf dat moment op het beheer van de gebouwen (daarbij horen ook de kerk en de pastorie) en innovatie in de jeugdzorg.
Lees hier het hele verhaal van dominee Mieke Groen.
[1] ds. Joh. Jellema, Het kind en de kinderen, Kok z.j., blz. 7
Loes Smit zegt
Hallo Mieke,
Als het goed is heb je mijn kaartje gekregen via je man. Kun je mij je e-mail adres doorgeven? Ik heb alleen een oud adres dat het niet meer doet en vond deze site om je weer op het spoor te komen. Ik vind het fijn om je kort te vertellen hoe het ons is vergaan.
Groeten van Loes Smit