Op 16 oktober 2015 hebben we een gesprek met Rudolf Schermer. Hij is een echte Rotterdammer, een echte verzamelaar en een echte archivaris. We hebben met elkaar afgesproken op het Centraal Station in Amersfoort en we vinden elkaar vrijwel moeiteloos. We hebben nog even om elkaar heen gedraaid, maar lang duurde dat niet, want al gauw kwam Rudolf op ons af en vroeg aan Jaap of hij Jaap was. Zo gemakkelijk als deze eerste ontmoeting ging, zo lastig was het om die ontmoeting tot stand te brengen. Van Annemieke de Vries, een zeer geliefde vroegere begeleidster van Rudolf, hoorden we ongeveer een jaar geleden, dat hij al jarenlang vond dat de Rudolphstichting zo slordig omsprong met haar archief en dat hij daar graag verandering in wilde aanbrengen. Wij zochten zo iemand, want wij dachten daar precies zo over en dus hebben we hem telefonisch proberen te benaderen. Dat lukte maar niet, op internet was hij niet te vinden, e-mail had hij niet en zo blijft er uiteindelijk slechts één mogelijkheid over: de goede oude pen. Dat hielp. Hij reageerde meteen telefonisch op Jaap zijn brief en toen was de afspraak snel gemaakt. In eerste instantie was onze ontmoeting bedoeld om met elkaar te spreken over het archiveren van de informatie die we tot nu toe gevonden hebben; hoe dat het beste zou kunnen, waar dat zou moeten en zo meer. We hadden afgesproken om ons gesprek in De Glindster (Dok 14) te hebben. Helaas was dat slechts een afspraak met ons drieën en niet met Dok 14. De 16e oktober was op een vrijdag en op die dag bleek de locatie gesloten te zijn. Goede raad was niet duur, want in Achterveld hebben ze De Roskam en daar hebben wij goede ervaringen mee. Voor Rudolf was er een mooie bijkomstigheid, want zo kon hij de prachtige kerk waar hij vroeger geregeld kwam, nog eens bewonderen. Hij had, heel attent, een boekje van zijn burgemeester Ahmed Aboutaleb voor ons meegenomen en hij liet ons enkele oude ansichtkaarten uit zijn omvangrijke verzameling zien. We kregen het al gauw over het archief dat dominee Jellema heeft nagelaten en dat wij helemaal doorgespit hebben. Het is jammer dat dat niet voor oud bewoners toegankelijk is en in een aantal verhuisdozen ligt opgeslagen. Rudolf zou dat erg graag willen archiveren. Hij vindt dat het historisch materiaal geconserveerd en bewaard moet blijven. We moeten plattegronden bewaren en gebouwen en huizen benoemen. We moeten uitzoeken wat er allemaal over De Glind gepubliceerd is. We moeten foto’s van namen voorzien en in tijd zetten. Daarbij is de privacy misschien wel een probleem. Met de computer is Rudolph nog niet zeer bedreven, het digitale stuk zou door een ander gedaan moeten worden. Intussen kregen we het ook over de periode dat hij op de Rudolphstichting heeft gewoond en over zijn huidige leven en ik vroeg of hij door ons geïnterviewd wilde worden. Dat wilde hij wel en zo vertelt hij zelf verder: “In augustus 1977 ben ik op de Rudolphstichting komen wonen”.
> Lees verder.
Geef een reactie