In 1971 zijn wij, de schrijvers van dit verhaal, al een aantal jaren van de Rudolphstichting vertrokken. Onze dochter Miriam vierde in dit jaar haar eerste verjaardag, we woonden in Amersfoort en vanaf oktober 1971 in Rotterdam en gaven vorm aan ons gezinsleven. De Rudolphstichting maakte in die tijd geen wezenlijk onderdeel meer uit van ons denkpatroon. Dat is nu wel anders. De Glind is regelmatig onderwerp van gesprek in huize Krediet en Visser. De contacten met de organisatie en de oud-bewoners zijn volop aanwezig. In de afgelopen jaren werden en worden we via de Rudolphstichting regelmatig gevraagd om ondersteuning te verlenen bij informatieverzoeken van oud-bewoners over hun tijd op de Rudolphstichting.
Zo kwamen we op het idee om een paar jaarkronieken te schrijven over het wel en wee van de Rudolphianen in de jaren zeventig. Het waren nog geen jeugddorpers maar het woord jeugddorp werd al veel gebruikt (ook in de pers). Met de informatie die we inmiddels hebben verzameld, zouden we die verhalen moeten kunnen schrijven. Als leidraad voor deze kronieken gebruiken we de structuur die administrateur Boelhouwer toepaste in de jaarverslagen uit die tijd. Onder de titel ‘Het RS-jaar ’71 met de klok’ schreef hij een aantal jaren over het wel en wee van de Rudolphstichting. De informatie die we daarnaast hebben gebruikt, komt uit privé–archieven die ter beschikking zijn gesteld door oud-bewoners.
Geef een reactie