Over het leven van alledag in de Tweede Wereldoorlog in de buurtschap De Glind, de thuisbasis van de Rudolphstichting, is eigenlijk niet zoveel geschreven. Vooral over hoe het de uithuisgeplaatste kinderen is vergaan, weten we niet heel veel. Van de actieve lokale verzetsstrijders die de oorlog niet hebben overleefd en van de stille verzetsstrijders, oud-bewoners, die de oorlog wel hebben overleefd, weten we meer. Als we het boek De Glind… gewonnen uit weerspannig woud openslaan op bladzijde 47 en we bladeren verder, dan komen we daar heel wat namen en foto’s tegen van hen die vielen en ook namen van hen die actief waren in het verzet en die hun leven destijds in de waagschaal stelden en die soms nog in leven zijn. Namen van dappere mensen die onderdak hebben verschaft aan Joden, gestrande geallieerden en evacuees. Ook in de archieven van de Rudolphstichting vinden we deze informatie en we hebben verhalen opgeschreven van een aantal van hen die in die tijd in de buurtschap De Glind hebben gewoond en gewerkt.
Maar hoe verging het ons; de uithuisgeplaatste kinderen, de jongens en meisjes die van de ene op de andere dag in een voor hen totaal onbekende situatie kwamen, waar ze zich staande moesten zien te houden? Dan kregen ze ook nog te maken met het fenomeen oorlog en het bijna totale gebrek aan communicatie. Ze wisten helemaal niet hoe het met hun geliefden ging en zelfs niet of ze nog in leven waren.